donderdag 18 augustus 2011

200 jaar achternamen, geen nieuws

Op 18 augustus 1811 verordonneerde de Franse overheid dat iedereen een achternaam aan moest nemen, die in het vervolg zou overerven van de vader (of ongehuwde moeder) op de kinderen. Dat was in Zeeland niet echt nieuws: vrijwel iedereen had al een achternaam.

Een enkeling gebruikte nog een patroniem, dat wil zeggen de naam van de vader met -zoon of (zeker in Zeeland) -se erachter. Dat was in vroeger eeuwen een heel gebruikelijke manier om iemand aan te duiden, maar vooral in grotere plaatsen gaf het al snel aanleiding tot verwarring omdat er nu eenmaal maar een beperkt aantal voornamen in gebruik was. Het gebruik om, zoals in het noorden en oosten van Nederland wel gebeurde, de naam van de boerderij als nadere aanduiding te gebruiken is hier nooit echt aangeslagen.

Dat er toch veel Zeeuwse families zijn met een achternaam als Cornelisse, Dingemanse en Lievense, afgeleid van voornamen, komt omdat die namen in 1811 al lang familienaam geworden waren. Het was dan niet de naam van de vader maar van een voorvader van lang geleden.

Er zijn in Zeeland dan ook maar weinig mensen ingeschreven in de Registers van Naamsaanneming. Voor zover ze bewaard zijn gebleven staan er in de steden vooral Joodse inwoners in: zij gebruikten vaak wel nog patroniemen.

Dat de diverse lokale overheden het aannemen van een (andere) achternaam toch wel heel serieus namen bewijst het bovenstaande lijstje, gevonden in een register van de Polder Oosterenban van Schouwen. Hierin legde één van de polderbestuurders vast wie er in zijn polder (die niet samenviel met een burgerlijke gemeente) van naam veranderd was. Het zijn er maar zes, en allemaal verruilen ze een patroniem voor een meer sprekende naam.

Voor wie nog meer wil weten: collega Leo Hollestelle legt uit hoe het zit in een filmpje van Omroep Zeeland.



Door: Lineke van den Bout, projectleider digitalisering BS

woensdag 3 augustus 2011

Het probleem met bijnamen: Keesje van Domburg

Op maandag 24 april 1911 verscheen dit bericht in de Zierikzeesche Nieuwsbode. Van deze Keesje van Domburg zijn ook in de collecties van het Zeeuws Archief een aantal foto's te vinden. Volgens de overlevering was hij een vrijgezel die ruim 60 jaar lang in de kleding bleef lopen die in de mode was in zijn late tienerjaren. Daardoor was hij een bezienswaardigheid in de badplaats. En blijkbaar liet hij zich die belangstelling graag aanleunen. Misschien verdiende hij er zelfs wel een zakcentje mee.

In het kader van 200 jaar burgerlijke stand ben ik op zoek gegaan naar de overlijdensakte van Keesje. Ik had een jaartal en een plaatsnaam, dus hoe moeilijk kon het zijn? Dat bleek nog niet mee te vallen... Dat Keesje van Domburg een bijnaam was wisten we al lang. Bijnamen waren, zeker voor opvallende types als Keesje, zeer gebruikelijk op Walcheren. In het krantenbericht wordt echter een 'echte' naam genoemd, C. van Sluys. Maar zoeken in zeeuwengezocht op deze naam leverde niks op, ook niet op de varianten Van Sluijs en Van Sluis. Ook het doorkijken van het hele register van overlijdens in Domburg in 1911 leverde geen akte op die van Keesje zou kunnen zijn. Dat was vreemd.

De oplossing bleek bij een wat bredere zoektocht: Keesje woonde niet in Domburg maar officieel net over de grens in Aagtekerke. Daar overleed hij ook volgens de overlijdensakte, om precies te zijn op zondag 16 april om half tien 's ochtends. Hij was 79 jaar eerder, op 20 maart 1832, in Serooskerke (W) geboren. En wel als Cornelis Versluijs, volgens de burgerlijke stand. Vandaar dat ik hem niet kon vinden!


Het gevolg van één en ander is wel dat mensen die op zoek zijn naar de officiële gegevens van Keesje van Domburg deze aktes niet zo snel zullen kunnen vinden. En andersom zullen mensen die Cornelis Versluijs tegenkomen bij hun stamboomonderzoek misschien nooit weten dat hij wereldberoemd was als Keesje van Domburg. Jammer eigenlijk.

De moraal van dit verhaal: bijnamen zijn interessante maar ook ingewikkelde dingen als je archiefonderzoek doet. En geloof niet alles wat je in de krant leest!

Door: Lineke van den Bout, projectleider scannen burgerlijke stand